Als de splitsing gepaard gaat met de erkenning van een verkrijgende maatschappij als woonmaatschappij: verplichte mogelijkheid tot uittreding/inkoop van eigen aandelen

Artikel 205, §4 van het decreet van 9 juli 2021 voorziet in een verplichting voor de SHM’s die zich laten erkennen als woonmaatschappij om aan hun aandeelhouders de mogelijkheid te bieden om uit de vennootschap te treden.

 

In een SHM met de vorm van een (oneigenlijke) cvba-vso of van een bv kunnen aandeelhouders op elk moment in de loop van het boekjaar uittreden vanaf de bijeenroeping van de buitengewone algemene vergadering die de statuten in overeenstemming moet brengen met erkenningsvoorwaarden voor woonmaatschappijen zonder dat de aandeelhouders aan een andere voorwaarde moeten voldoen. Ze informeren de vennootschap over hun uittreding ten laatste vijf dagen voor de datum van de algemene vergadering. Artikel 4.46/3, 3°, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 is van toepassing.

 

Deze decretale mogelijkheid komt bovenop de uittredingsmogelijkheden voor SHM’s met de rechtsvorm van een oneigenlijke cvba-vso of de rechtsvorm van de bv .

 

SHM’s met de vorm van een nv-vso bieden hun aandeelhouders bij de uitnodiging van de algemene vergadering die de statuten in overeenstemming moet brengen met de erkenningsvoorwaarden voor woonmaatschappijen de mogelijkheid om hun aandelen te laten inkopen door de vennootschap tegen een prijs die niet hoger is dan de door de aandeelhouders werkelijk gestorte en nog niet terugbetaalde inbreng in het vermogen van de SHM, zoals geboekt op het ogenblik van de inbreng. Als er niet voldoende middelen zouden zijn conform artikel 7:212 WVV om de prijs te betalen, dan wordt het recht op betaling ervan opgeschort totdat uitkeringen opnieuw zijn toegelaten. Het op de prijs nog verschuldigde bedrag wordt uitgekeerd voor elke andere uitkering aan aandeelhouders. Op dit bedrag is geen interest verschuldigd.